In de afgelopen tien jaar onderzocht ik van dichtbij hoe de nationale en de lokale overheid burgers proberen te betrekken bij besluitvorming. Ik maakte zich de verhalen, perspectieven en ervaringen van protesterende bewoners eigen. Daarna liep ik mee met gemeenteambtenaren. De verwarring was compleet als ik daarna ook nog mee had gelopen met lokale politici, en met consultants, professionals en omgevingsmanagers die ingehuurd werden om het participatieproces te begeleiden.

Waardoor werd de verwarring veroorzaakt? Vaak wordt de groeiende kloof tussen de zogenoemde systeem- en leefwereld als reden opgegeven. Daar zit wat in. Maar in die discussies wordt vaak niet duidelijk hoe die kloof nou daadwerkelijk ontstaat. Wat zijn de momenten waarop het vertrouwen echt helemaal verloren gaat, en waarom?

Het antwoord zit ’m wat mij betreft in tien ‘kritieke momenten’ die het burgerparticipatieproces sturen. Daarom stel ik in mijn nieuwste essay dat we het doel van burgerparticipatie zouden moeten herformuleren. Participatie heeft niet als doel consensus te bereiken, maar zou moeten gaan over samenwerken, van elkaar leren en daarin het conflict niet uit de weg gaan. In dit essay ga ik heel precies in op de tien kritieke momenten waarop ik het proces vaak zag mislopen. Kennis daarvan biedt kansen om het proces te verbeteren en zo alle belangen, ideeën en lokale kennis in te zetten om betere plannen en beleid te maken.

Het hele essay is te koop op de website van Van Gennep voor maar 9,90 euro.